Waarde eenmanszaak

waarde eenmanszaakDe waardebepaling van de eenmanszaak vormt vaak een bron van misverstanden. Met de juiste aanpak van de bedrijfswaardering worden onduidelijkheden en irritaties bij bedrijfsovername voorkomen. De waardebepaling van de eenmanszaak doet zich voor bij de waardering van een eenmanszaak of een aandeel in de vennootschap onder firma VOF. Deze juridische entiteiten zijn zogenaamde personenvennootschappen. Vennoten zijn ondernemer voor de inkomstenbelasting IB. Het vraagstuk bedrijfswaardering is extra complex bij het toetreden of uittreden van vennoten. Als voorbeeld een medewerker wordt uitgenodigd om toe te treden vennoot in een vennootschap onder firma (VOF). De eigenaar van de eenmanszaak, de IB ondernemer, wil graag een medewerker ‘belonen’ om hem als ‘vennoot’ te laten toetreden tot zijn bedrijf. Zo gaat deze medewerker profiteren van de overwinsten. Dat is prima. Maar dan wel op basis van een solide bedrijfseconomische basis. Bij deze vorm van bedrijfsovername spelen vaak ook emotionele aspecten.

Waardering eenmanszaak

Er zijn een aantal alternatieven voor de waardering van de eenmanszaak. Zo kan de waardebepaling worden gebaseerd op de intrinsieke waarde of netto vermogenswaarde. Dat heet ook wel: het zichtbare vermogen op de balans. Aan deze methode van waardebepaling kleven een aantal nadelen. De balans is slechts een momentopname en zegt niets over de toekomstige winstcapaciteit. De balans geeft een onvolledig beeld van alle activa. Marktpositie, imago, contracten, ‘know-how’ en personeel komen er niet in tot uitdrukking. Lees ook bijvoorbeeld het artikel Ondernemingsbeurs. Dus bij de waardering  van de eenmanszaak moeten we ook kijken naar naar de overwinst die deze onderneming genereert. Stel, er is een winst uit de onderneming van €110.000. Dan wordt voor de waardering van de eenmanszaak gebaseerd op 4 of 5 maal die winst, dus zo’n €450.000 tot €550.000. Maar dan gaat men bedrijfseconomisch wel voorbij aan de ondernemingsbeloning. Een gevaarlijke en onjuiste benadering van de bedrijfswaarde. Wilt u meer duidelijkheid hoe zo’n waardebepaling eenmanszaak kan worden benaderd? Lees dan daarover het boek Waardering Eenmanszaak.

Waardebepaling aandeel VOF

Om dit te illustreren de volgende casus. Stel, Hans, een ondernemer (met de genoemde winst uit onderneming à €110.000) heeft een praktijk voor fiscale advisering. Hans is fiscaal jurist en is tevens Register Belastingadviseur. Dan lijkt het aannemelijk dat hij zo’n €80.000 inkomen uit de onderneming zou mogen genieten. Er is dus slechts sprake van een bruto overwinst van €30.000. En bij een belastingdruk van 52% minus de MKB vrijstelling 14% een netto overwinst van €18.000. Als de koopsom in 4 jaar moet worden terugverdiend mag de onderneming totaal €72.000 kosten. Als er in totaal zo’n €50.000 nodig is in de vorm van materieel vast actief (inventaris, computers, geactiveerde verbouwingskosten en kantoorinrichting) en netto (geïnduceerd) werkkapitaal (debiteuren,  overige vorderingen, bedrijfsgebonden liquiditeiten minus crediteuren en overige schulden), dan is de netto waarde van de goodwill van de onderneming van Hans €22.000.

Let wel: Hans moet bij de bedrijfsoverdracht aan zijn medewerker Coen onmiddellijk inkomstenbelasting 40% afrekenen over de verkoopopbrengst goodwill. Als hij verder geen stakingsaftrek, lijfrenteaftrek of andere fiscale doorschuifregelingen benut zal hij dus bruto afgerond €37.000 moeten krijgen om (na aftrek inkomstenbelasting) die €22.000 over te houden. Die koopsom goodwill is overigens weer fiscaal aftrekbaar bij de koper Coen. Maar de afschrijvingstermijn is 10 jaar. Dus de contante waarde tussen het bruto en netto verschil, €15.000 is voor Coen kleiner, bijvoorbeeld €10.000. Coen betaalt dan dus €27.000 netto voor de onderneming, €5.000 meer.

Winstgerechtigheid vennootschap

Een andere aanpak voor de waardebepaling van de eenmanszaak is voor Coen de afweging tussen “winstgerechtheid” uit de samenwerking (lees VOF of maatschap) tegen het “verlies van inkomsten uit de loondienstbetrekking”. De meeropbrengst in de vorm van een netto vrije kasstroom is voor Coen bedrijfseconomisch het resultaat van de investering, te weten de koopsom van de onderneming: netto vermogenswaarde van de onderneming plus goodwill. Stel, Coen verdient in de eenmanszaak van zijn ‘baas’ Hans een brutoloon van €70.000. Daarmee krijgt hij maandelijks €3.450 nettoloon. Plus in juni €1.850 extra netto vakantiegeld. In totaal ontvangt hij netto €43.250 per jaar.

Wanneer Coen nu als vennoot toetreedt en IB ondernemer wordt, vervallen voor de eenmanszaak van zijn werkgever Hans de loonkosten (€70.000) plus de sociale lasten en pensioenkosten (stel: totaal 23%) weg. De winst uit onderneming neemt zo toe met €86.100 naar een totaal winst voor de vennootschap van €196.100. Wanneer nu in de vennootschapsovereenkomst wordt bepaald dat Coen een winstrecht krijgt van 40%, wordt zijn ‘winst uit onderneming’ afgerond €78.500. Coen gaat dan genieten van de MKB vrijstelling en de zelfstandigenaftrek en (tijdelijk) de startersaftrek. Maar zal ook zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering AOV moeten afsluiten. En ook geld opzij zetten in een pensioenspaarverzekering of banksparen. Stel: Coen reserveert daarvoor in totaal €6.000, dan komt houdt hij na aftrek van deze premies AOV en pensioensparen, inkomstenbelasting en bijdrage Zorgverzekeringswet op een totaal netto inkomen van €50.900. Met andere woorden: €7.650 per jaar netto meer. Als dat bedrag ook weer in 5 jaar kan worden ingelegd, mag Coen dus in totaal afgerond €38.000 betalen. Als van Coen tevens verwacht wordt dat hij €20.000 inbrengt in het kapitaal van de VOF, voor activa en netto (geïnduceerd) werkkapitaal, dan bedraagt het netto te betalen bedrag aan goodwill €18.000. En rekeninghoudende met een afschrijvingsperiode van 10 jaar een bruto bedrag van €22.500. Van Coen mag dan verwacht worden dat hij totaal inbrengt €42.500 kapitaal waarvan €20.000 kapitaal voor overname kapitaalpositie van Hans en €22.500 voor de goodwill.

Waarde onderneming en goodwill

De begrippen waarde onderneming en goodwill zijn vaak een bron van misverstanden. En toetredende vennoot moet vooral een afspraak maken over goodwill. Of anders een koopsom van de onderneming overeenkomen plus een garantie voor de inbreng van kapitaal in de VOF door de zittende vennoot. Een opmerking over de goodwill, als zijnde overdraagbare overwinst, is hier op de plaats. Want vaak zit de goodwill (naam, imago, personeel) in de betrokken partijen opgesloten. Als Hans weggaat verdampt ook  mogelijk het imago betrouwbaarheid en vakkundigheid. Dus een al te overspannen verwachting van de goodwill is vaak niet te rechtvaardigen.

Naast de discussie over de bedrijfseconomische aspecten, koopsom goodwill, inbreng kapitaal, winstgerechtigheid en eventuele additionele vergoedingen is het van essentieel belang dat de visies op de onderneming, de markt, de strategie, de bedrijfsvoering goed worden gedeeld. Er is blijvend een teamspirit nodig om -juist als zaken tegen zitten- er met gezamenlijk met plezier een succes van te kunnen maken. Alleen als die er is wordt op langere termijn het 1 plus 1 is 3 effect bereikt. Het vastleggen van de juiste basis voor besluitvorming aangaande commercieel, operationeel en personeelsbeleid wordt geborgd in de vennootschapsovereenkomst waarbij de bevoegdheid voor de vertegenwoordiging van de vennootschap naar derden wordt geregeld. Zo wordt de vennootschapsovereenkomst een bruikbaar en praktisch document dat bevoegdheden juist definieert. En zo ook richting geeft als zaken dreigen te ontsporen.

©BBO&F

Auteur: Peter Schuitmaker

Peter Schuitmaker is specialistisch adviseur voor bedrijfsoverdracht, bedrijfsovername, bedrijfsopvolging en bedrijfsfinanciering