Bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen

bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelenEen goede oplossing voor bedrijfsovername is de bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen. Juist als de financiering van de bedrijfsoverdracht een lastige uitdaging is. Maar ook juist bij bedrijfsopvolging van het familiebedrijf.

Bij de bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen krijgt de verkoper geen geld of uitgestelde betaling in de vorm van een rentedragende lening (verkoperslening). Maar juist wél cumulatief preferente aandelen (cumprefs). Dat geeft de verkoper recht op een vaste vergoeding in de vorm van een dividend. Het dividend staat hierbij vast. Gebruikelijk is een percentage van 7%. Hoewel de belastingdienst daar wel eens bezwaar tegen kan maken. Want de koper geniet dan schijnbaar een fors rendement op zijn beperkte inbreng. En dat zou duiden op onzakelijk handelen. Alhoewel ook een objectieve bedrijfswaardering de zienswijze van de fiscus zal kunnen weerleggen. Maar die waardbepaling en onderbouwing laten we nu buiten beschouwing.

Preferent betekent ook dat indien in enig jaar er geen dividenduitkering mogelijk is, de jaren daarop de jaren daarna het achterstallige extra (met voorkeur) moet worden uitgekeerd. De verkoper heeft dus een goed zicht op een constante stroom van ontvangsten.

De koper heeft daarbij slechts een nominaal pakket aandelen in de kopende vennootschap. Het voordeel is dat de waardegroei van de onderneming na de bedrijfsovername volledig aan de koper toekomst. De waardestijging door de nieuwe bedrijfsvoering komt geheel aan hem ten goede. Hij verwerft dus met een beperkte investering een onderneming. En die onderneming wordt uiteindelijk volledig zijn eigendom door de inkoop van cumulatief preferente aandelen door de kopende BV.

Verkoper en koper moeten elkaar wel vertrouwen

Praktisch gezien moet er voor de bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen wel een solide vertrouwensbasis zijn tussen de verkoper en de koper. Want de onderneming wordt door de verkoper uit handen gegeven waarbij er geen onmiddellijke (of een beperkte) betaling plaats vindt. Die is afhankelijk van de financiële prestaties van de gekochte onderneming. Als de koper er een potje van maakt, dan verdampt zicht op toekomstige ontvangsten. Dan kan de verkoper ten slotte alleen met voorkeur profiteren van een eventuele liquidatie opbrengt. Geen leuk vooruitzicht!

Toepassing bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen

De opzet bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen komt vrijwel uitsluitend voor in situaties van bedrijfsovername van het familiebedrijf. Of ook wel in situatie van een Management Buyout. De overdracht binnen familiesfeer wordt door de fiscus kritisch bekeken. Het moet duidelijk zijn dat de transacties van de bedrijfsovername zakelijk zijn. De koopprijs, met name de waarde economisch verkeer van de activa en de goodwill moeten op zakelijke basis zijn vastgesteld. Zomaar schuiven met goodwill en stille reserves wordt niet toegestaan.

Anders wordt schenkbelasting ontlopen. Maar ook binnen de familie worden dan bedrijfsopvolgers bevoordeeld: een nadeel voor de kinderen die de onderneming niet voortzetten. Zakelijk denken en handelen is hierbij het motto.

In de praktijk zijn er voor de bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen een tweetal varianten denkbaar. Een eerste mogelijkheid is die onder gebruikmaking van de faciliteit voor bedrijfsfusie artikel 13 Wet Vpb 1969. De overdrager krijgt daarvoor geen geld of een vordering (verkoperslening). Maar wel aandelen. Hij ruilt dus een geheel aan activa (een bedrijf) tegen cumulatief preferente aandelen.

Een tweede mogelijkheid is dat de werkmaatschappij haar aandelen omzet in cumulatief preferente aandelen. En tegelijkertijd de uitgifte doet van gewone aandelen aan de beoogde bedrijfsopvolger. Maar nu ruilt de DGA of verkoper dus zijn gewone aandelen tegen cumulatief preferente aandelen.

De fiscus stelt daarbij wel een aantal voorwaarden: het cumulatief preferente dividend moet daadwerkelijk worden betaald. Anders krijgt dat het karakter van een renteloze achtergestelde lening: een situatie van bevoordeling. De waarde van de uitgegeven cumulatief preferente aandelen en gewone aandelen moeten in overleg met de bevoegde inspecteur worden bepaald.

Let wel dat de uitkering een dividend is. Dus geen ‘rente’. Het uitgekeerde dividend is dus niet belast bij de ontvanger. Maar ook fiscaal niet aftrekbaar bij de BV die het dividend uitkeert.

Casus bedrijfsopvolging door cumulatief preferente aandelen

Gerard houdt aandelen in Werk BV. juridische structuurDe Werk BV ontwikkelt, bouwt en levert transportsystemen en transport banden. Er werken in totaal 5 man.  De exploitatie van de Werk BV is:

Omzet
€ 1.000.000
Inkopen
€ 450.000
Bedrijfskosten
€ 400.000
Bedrijfsresultaat
€ 150.000
Rente
€ 12.500
Winst voor belasting
€ 137.500
Vennootschapsbelasting
€ 27.500
Netto winst
€ 110.000

En de vermogenspositie

Vast actief
€ 450.000
Vlottend actief
€ 250.000
Liquide
€ 50.000
Totaal activa
€ 750.000
Eigen vermogen
€ 300.000
Rentedragende schulden
€ 250.000
Overig kortlopend
€ 200.000
Totaal passiva
€ 750.000

Kees is als werknemer in dienst bij Werk BV. Hij verzorgt de bedrijfsleiding en neemt meer en meer de commerciële activiteiten over. Vooral de export. Kees wordt door Gerard gezien als een serieuze bedrijfsopvolger. En idem: Kees wil het bedrijf van Gerard voortzetten. Kees heeft serieuze plannen voor groei door export. Maar ook nieuwe producten ontwikkelen en introduceren. En daarbij: ook het logistieke en administratieve proces verbeteren zodat er meer efficiency wordt bereikt. Kees vindt eigenlijk wel dat de waardevermeerdering door zijn inspanningen hem toekomen.

Op basis van de historische winstgevendheid komen Gerard en Kees tot een vaststelling van de waarde van de aandelen. Zij gaan uit van 4,5 x de winst na belasting. Kortom, een koopsom aandelen van €495.000.

Kees heeft echter maar €100.000. En gelet op de bestaande financieringslast is de bank niet bereid om de koop te financieren. De oplossing is een rentedragende verkoperslening voor het verschil: €495.000 minus €100.000 = €395.000. Maar de positie van Gerard na de verkoop van de aandelen is natuurlijk niet sterk.

Bovendien geniet Gerard bij de voorgestelde verkoop van aandelen (in deze juridische structuur) vervreemdingsvoordelen: de verkoopwinst is de verkoopopbrengst minus de verwervingskosten. Als de aandelen waren geplaatst voor €18.000 moet Gerard afrekenen: 22% over de eerste 250.000 en 25% over de rest, €495.000 -/- €250.000 -/- €18.000 = €227.000. Een aanslag inkomstenbelasting van €116.250. Per saldo houdt Gerard onmiddellijk dus €100.000 -/- €116.250 = -€16.250 over. Gerard moet dus bijbetalen: voor Gerard duidelijk een brug te ver!

Gerard had dat kunnen voorkomen door tijdig te kiezen voor een holdingstructuur. Dan was de verkoopwinst op de overdracht van de aandelen door Gerard Holding BV vrijgesteld. Dit als gevolg van de deelnemingsvrijstelling. Maar helaas is dat niet de juridische structuur die we aantreffen.

Gerard en Kees besluiten daarom om de transactie te doen via cumulatief preferente aandelen. Kees richt een werkmaatschappij op, bij voorkeur onder een holding: Kees Holding BV. Een Kees houdt zo via zijn holding 100% van de gewone aandelen in een Nieuwe BV.

De Werk BV van Gerard verkoopt vervolgens de activa en passiva aan de Nieuwe BV van Kees. Zij hadden reeds overeenstemming over de koopsom van de aandelen: €495.000. Dat was de nettovermogenswaarde van de onderneming plus een goodwill van €195.000. In het geval van een activa passiva transactie kan de Nieuwe BV van Kees hierover afschrijven. Dat geeft een fiscaal voordeel over een jaarlijkse afschrijving van €19.500 gedurende 10 jaar. Als we die berekenen a 20% en contact maken is de netto contante waarde van dat voordeel afgerond €30.000. Gerard en Kees delen het verschil: €15.000. En die tellen we bij de koopsom op. De koopsom van het bedrijf wordt daarmee €510.000.

Bedrijfsfusiefaciliteit

De inbreng door de Werk BV gebeurt onder toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit art. 14 Wet Vpb 1969. De Werk BV brengt de activa in onder uitgifte van aandelen. En wel cumulatief preferente aandelen. De goodwill kan dan zonder heffing vennootschapsbelasting bij Werk BV worden overgedragen. Zonder toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit zou de Werk BV moet over de realisatie van de goodwill en stille reserves wel onmiddellijk belasting moeten betalen. Hierbij geldt wel overigens een wachttijd: een termijn van 3 jaar voordat aandelen door Werk BV mogen worden vervreemd.

De structuur is daarna als volgt:cumulatief preferente aandelen structuur

 

We gaan ervan uit dat het algehele vermogen minus de liquiditeiten wordt overgedragen. Want die liquide middelen zijn niet bedrijfsgebonden. De current ratio zonder kasmiddelen is 1,25. Door de plaatsing van nominale aandelen en een lening door Kees komt er extra geld binnen. Zo is er voldoende werkkapitaal om eventuele omzetfluctuaties op te vangen.

De totale koop omvat dan €460.000:

Goodwill
€ 210.000
Vast actief
€ 450.000
Vlottend actief
€ 250.000
Rentedragende schulden
€ 250.000-
Overig kortlopend
€ 200.000-
Koopprijs
€ 460.000

Het nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen is dus €460.000. De jaarlijks dividenduitkering bedraagt dus 7% is €32.200. En bij een ongewijzigde rentabiliteit geeft dat een kapitaalmutatie van €110.000 (netto winst) minus €32.200 is €77.800.

Netto winst
€ 110.000
Dividend
€ 32.200
Kapitaalkmutatie
€ 77.800

Wanneer nieuwe investeringen kunnen worden gefinancierd met extern vreemd vermogen, kunnen de cumulatief preferente aandelen binnen 6 jaar worden ingekocht van Werk BV. Gerard heeft dan zijn koopsom ontvangen. Over het schuldig gebleven gedeelte is steeds een vergoeding betaald. En Kees is dan enige aandeelhouder van de overgenomen bedrijf in zijn Nieuw BV. Eind goed al goed!

©BBO&F