Bedrijfsopvolging familiebedrijf

familiebedrijfBedrijfsoverdracht binnen het familiebedrijf is vaak een hele uitdaging. De uitgangsituatie is vaak bedrijfseconomisch, fiscaal en juridisch complex. De bedrijfsovername van een familiebedrijf verdient een integrale aanpak. Niet alleen de harde financiële economische gevolgen tellen. Maar ook emotie bij de bedrijfsopvolging speelt mee.

Een concrete casus uit de praktijk van bedrijfsoverdracht van een familiebedrijf vertelt ons veel over de aandachtspunten. Door een juiste aanpak van de bedrijfsovername kunnen knelpunten worden weggenomen.

Bedrijfsopvolging familiebedrijf

De situatie binnen het familiebedrijf -voorafgaande aan de bedrijfsoverdracht- is als volgt. Vader houdt in privé 51% van de aandelen in een Werk BV. Zoon houdt 49% van de aandelen. Die situatie ontstond vier jaar geleden toen vader, aanvankelijk DGA met 100% van de aandelen, 49% verkocht aan zijn zoon. Zoon werkte al langer voor Werk BV en bewerkstelligde –door zijn netwerk en commerciële talent- een sterke omzetgroei. De ouders wilden toen de zoon met een aandelenbelang aan het bedrijf binden. Maar ook een meerderheidsbelang houden. Dit vanwege de zeggenschap. Zo ontstond een klassiek familiebedrijf!

Vader is inmiddels 65 en wil gaan stoppen. Vader is in algemene gemeenschap van goederen gehuwd. Uit het huwelijk is een tweede kind, een dochter geboren. Deze dochter is in loondienst elders. Zij is op geen enkele manier betrokken bij de bedrijfsactiviteiten. Zij heeft geen enkele ambitie om tot het familiebedrijf toe te treden.

Moeder is 62. Zij werkt ook in het familiebedrijf. Zij doet de administratie en wil op termijn ook stoppen met werken.

Vader geniet een bruto DGA inkomen van €85.000. Vervanging van vader betekent een extra personeelslid, bruto loonkosten, circa €35.000. De administratieve werkzaamheden van moeder kunnen worden overgenomen door een werknemer in loondienst.

Bedrijfsoverdracht

In de familie ontstond zo de wens van een bedrijfsoverdracht door verkoop van 51% aandelen aan zoon. Uitgangspunt hierbij is dat vader en moeder door deze aandelenoverdracht een voldoende inkomen per maand moeten ontvangen. Dit als aanvulling op bestaande oudedag voorzieningen. Dit zijn een bescheiden pensioen en AOW.

Eind vorig jaar werd een koopsom van de 51% aandelen in Werk BV vastgesteld op €750.000. De economische waarde van het eigen vermogen is daarmee dus (afgerond) €1.470.000. Die bedrijfswaardering zou bepalend moeten zijn voor de waarde per het moment van bedrijfsovername. Namelijk door de nettowinst in de periode tot bedrijfsovername nog aan de aandeelhouders uit te keren.

Die waarde werd bepaald door de accountant. Hierbij werd een gemiddelde genomen van (a) de intrinsieke waarde per eind vorig jaar plus te verwachten netto winst tot het moment van bedrijfsoverdracht en (b) een rentabiliteitsmethode met een rendementseis van 15%. Zowel vader als zoon konden zich in de uitkomst van deze bedrijfswaardering goed vinden.

Bij deze bedrijfswaardering kunnen verschillende vragen worden gesteld. Op de eerste plaats de vraag of dat per moment van aandelenoverdracht wel een reële koopsom is. Dit omdat de onderneming qua omzet en resultaat inmiddels ook fors was gegroeid. Dus: had de rentabiliteitsmethode niet moeten worden toegepast met de winst over het afgelopen jaar. En niet –zoals nu is gebeurd- over het voorlaatste jaar.

Een tweede vraag is de juistheid van de toegepaste waarderingsmethode. In het algemeen wordt de Discounted Cashflow methode gezien als de meest zuivere waarderingsmethode. Tot slot rees de vraag of de belastingdienst deze waarde en waarderingsmethodiek zal accepteren. Omdat de bedrijfsopvolging binnen de familie plaatsvindt is extra aandacht van de belastingdienst te verwachten. Die verwachten uiteindelijk een onderbouwing op basis van een Discounted Cashflow methode (DCF).

Normalisatie bedrijfswinst

Door het vertrek van vader werd een verbetering van het bedrijfsresultaat verwacht van €50.000. Namelijk €85.000 -/- €35.000. Echter, bij nadere beschouwing bleek dat exclusief sociale lasten. Hierdoor was de aangenomen normalisatie van €50.000 minder gunstig. Inclusief werkgeverslasten is dat circa €7.000 minder. Dus de verbetering van het bedrijfsresultaat door het vertrek van vader is daarmee maar €43.000.

Financieel plan privé

Een belangrijke voorwaarde voor vader was dat hij, samen met zijn vrouw, levenslang een netto maand inkomen zou kunnen genieten van €6.000. Daarvan wordt €2.500 ingevuld door pensioenen uit eerdere loondienstverbanden en AOW. Netto zou dus €3.500 per maand, dus €42.000 worden aangevuld.

In de balans van het familiebedrijf Werk BV stond, per eind van het afgelopen jaar, nog een bedrag van afgerond €30.000 schuld aan vader. Dit was een zogenaamde lening terbeschikkingstellingsregeling. Die lening van de Werk BV moet op termijn worden afgelost. Vader ontvangt dat bedrag zonder enige belastingheffing.

Dan had vader nog een openstaande vordering op zoon. Dit was een laatste termijn voor de verkoop van zijn 49% aan zoon. Het ging om een bedrag van €25.000.

De 49% aandelen werden door de zoon drie jaar geleden gekocht voor €75.000. De waarde aandelen werd toen kennelijk vastgesteld op €153.000. De grote vraag is hoe dat te verklaren valt, gelet op de meest recente waardebepaling van €1.470.000.

Schenking

Vader reed een auto van de zaak: op basis van financial lease. Deze auto was in het hogere klasse segment. Binnen de familie was besproken om de auto als afscheidscadeau aan vader te schenken. Een degelijke schenking wordt dus door de Werk BV gedaan. Dit is zo een zogenaamde schenking bovenlangs. Wanneer dat gebeurt na de aandelenoverdracht betekent dat dat de Werk BV een winstuitdeling doet aan zoon. Daarover is belasting verschuldigd, namelijk 15% dividendbelasting en 10% bij de zoon via box 2 inkomstenbelasting. Plus nog schenkbelasting over het meerdere boven de schenkingsvrijstelling, zo’n €2.150. Wel allemaal veel gedoe.

Praktischer is om de auto van de zaak binnen de kaders van zakelijk handelen over te dragen aan vader. Dus: afkoop van de leaseovereenkomst met de leasemaatschappij afronden. Dat betekent het verwerven van de auto onder betaling van een afkoopsom inclusief boeterente. De verwervingskosten van de auto geldt dan als waarde economisch verkeer. Deze kwam uit op €40.000. De overdracht van de auto naar privé kan betaald worden uit de lening van vader aan de BV, groot  €30.000. Het meerdere, €10.000, moet dan voorafgaande aan de aandelenoverdracht in de vorm van dividend worden uitgekeerd. Belangrijk aandachtspunt is hierbij wel de verrekening BTW die in voorheffing in mindering werd gebracht . Binnen de marges van de waardebepaling van de aandelen kan het beoogde cadeau dan gerealiseerd worden in de vorm van een hogere koopsom van de over te nemen 51%.

Aanmerkelijk belang heffing

De huidige juridische structuur is fiscaal niet optimaal is. Vader en zoon houden ieder hun aandelen in privé. Bij de verkoop van aandelen moet vader dus 25% aanmerkelijk belang AB heffing betalen over de verkoopprijs minus de verwervingsprijs aandelen. Dat is dus 25% van €750.000 minus €18.000 = €183.000.

Let wel: zoon zit later met het zelfde probleem wanneer hij (ooit) zijn aandelen verkoopt. De verkrijgingsprijs van zijn aandelen in Werk BV is

49%  € 75.000
51%  € 750.000
Totaal  € 825.000

Als zoon later zijn bedrijf gaat verkopen voor een verkoopprijs van bijvoorbeeld €2.000.000 moet hij onmiddellijk afgerond inkomstenbelasting €294.000 box 2 aanmerkelijk belang heffing afrekenen. Namelijk 25% over de verkoopprijs €2.000.000 minus de verkrijgingsprijs €825.000. Wanneer hij dan de aandelen in een holding BV houdt wordt deze acute heffing inkomstenbelasting voorkomen. Want dan geldt de deelnemingsvrijstelling.

Financiering koopsom aandelen

De zoon heeft de koopsom €750.000 niet volledig cash beschikbaar. Hij kan maar €50.000 bij de aandelenoverdracht betalen. De rest, €700.000 moet hij schuldig blijven. Dus van vader lenen in de vorm van een verkoperslening (of: vendor loan)

Als de zoon de aandelen in privé koopt moet de zoon uit zijn Werk BV het geld voor de aflossing naar privé halen. Dus daarover eerst 25% dividendbelasting betalen. Of de  aflossing betalen uit zijn salaris, belast met inkomstenbelasting box 1. Daarmee kan hij de lening van vader aflossen. Als dat in 10 jaar moet, betekent dat dus €70.000 per jaar. Geen makkelijke opgave!

Herstructurering aandelenbelang

Om de voorgaande problemen voor zoon te voorkomen moet zoon de 51% van vader kopen vanuit een op te richten koopholding, Zoon Holding BV.  Onmiddellijk daarna neemt deze koopholding (houdstermaatschappij) de overige 49% van de privé aandelen in het familiebedrijf over van zoon. Dit onder toepassing van 3.44 wet Wet IB 2001: de zogenaamde aandelenfusie. Zo houdt daarna zoon indirect 100% van de aandelen in Werk BV via zijn holding.

De dividend uitkeringen door de Werk BV aan de koopholding zijn dan onbelast door artikel 13 wet Vpb: deelnemingsvrijstelling. Zoon hoeft zo dus niet eerst belasting te betalen om de aflossing van de schuld aan vader te voldoen.

Verder kan Zoon Holding BV met de overgenomen Werk BV een fiscale eenheid vormen. Dan zijn de fiscale verliezen in Zoon Holding BV door rente over de schuld aan vader verrekenbaar met de winsten in de overgenomen Werk BV. Zoon hoeft dus ook niet eerst het geld naar privé te halen om de rente te kunnen betalen.

Bij deze herstructurering  geldt wel een algemeen aandachtspunt voor de renteaftrekbeperking. De rente over de schuldig gebleven koopsom is een zogenaamde deelnemingsrente. Voor zover deze deelnemingsrente bovenmatig is, is deze niet aftrekbaar. Gelukkig geldt een drempelbedrag van €750.000 om het MKB te ontzien. Zoveel rente hoeft Zoon Holding BV gelukkig niet te betalen.
Betaling belasting bedrijfsoverdracht

Op het moment van de bedrijfsoverdracht moet vader dus over vervreemdingswinst aandelen, zijnde €750.000 minus 51% van €18.000 is afgerond €741.000 belasting betalen. Dat is dus circa €185.000. Helaas krijgt hij van zoon bij de koop maar €50.000. De rest volgt later in de vorm van aflossingen. Hij komt dus zo €135.000 tekort. Dat heeft vader niet. Hoe lossen we dat nu op?

Invorderingswet

Een eerste optie is de uitstelregeling overdracht aanmerkelijk belang bij schuldigerkenning. Dat is geregeld in de Invorderingswet Artikel 25 lid 9. Op verzoek kan vader renteloos uitstel van betaling vragen voor de belasting over het onbetaald gebleven gedeelte. Die belastingschuld is zo dus €135.000. Die moet in 10 jaar worden afbetaald. Dus ieder jaar €13.500.

Een aandachtspunt in dit geval is dat de fiscus moet instemmen op een verzoek. Deze kan dan ook wellicht de waarde aandelen kritisch tegen het licht houden. Dat moet gebeuren op basis van een Discounted Cashflow methode.

Zo komt ook de eerdere aandelentransactie, de overdracht van 49% misschien in beeld. Misschien wordt dan door de fiscus het standpunt ingenomen dat destijds de aandelen voor een te lage prijs zijn overgedragen. Dus dan ook schenkbelasting zal opleggen. Geen prettig perspectief.

Een voordeel is wel, dat het uitstel van de betaling van belasting renteloos is.
Een financieel risico is dat de vordering van vader op zoon daarna valt in box 3. Deze is fiscaal niet verrekenbaar wanneer Werk BV financieel in de problemen komt. Dan kan Werk BV de aflossing en schuld niet betalen. Maar de belastingschuld van vader blijft wel bestaan. Die moet vader gewoon netjes in 10 jaar aflossen.

Kasstroom genererend vermogen

Is er wel voldoende ruimte voor de afbetaling van de schuld door Werk BV? Daarvoor beoordelen we de betaalcapaciteit. Dit op basis van de jaarcijfers van het laatste jaar, na normalisatie van de loonkosten en autokosten van vader. De financiële prestaties en betaalcapaciteit van de onderneming zijn dan bij benadering:

Bedrijfswinst € 193.000
Bij: loonkosten vader € 85.000
Af: loonkosten vervanging vader € -35.000
Af: werkgeverslasten geschat 20% € -7.000
Bij: Lease auto, verzekering, brandstof € 4.000
Bij: Afschrijving auto € 5.000
Genormaliseerde bedrijfswinst € 245.000
Af: belasting over bedrijfswinst € -49.000
Netto Operating Profit NOPAT € 196.000
Bij: afschrijvingen € 30.000
Af: vervangingsinvesteringen € -32.000
Af: toename werkkapitaal € -5.000
Vrije kasstroom € 189.000
Rente en aflossing vader
Af: Rente jaar 1 à 5% € -35.000
Bij: tax shield € 7.000
Af: Aflossing € -70.000
Netto financieringslast € -98.000
Betaalcapaciteit
Netto winst € 168.000
Bij: afschrijvingen € 30.000
Af: vervangingsinvesteringen € -32.000
Af: toename werkkapitaal € -5.000
Beschikbaar voor rente en aflossing € 161.000
Rente en aflossing € 105.000
Debt Service Capacity Ratio 1,53

De genormaliseerde bedrijfswinst is €245.000. De vrije kasstroom is daarmee €189.000.

Na fiscale correctie winstbelasting (vennootschapsbelasting) is de netto financieringslast €98.000. De debt service capacity ratio is 1,53. Dit voldoet ruimschoots aan de bancaire norm. De ondergrens voor de debt service capacity ratio DSCR is 1,3. De koopsom zou dus ook deels bancair gefinancierd kunnen worden, waardoor het risico voor vader wat minder is. De fiscus financiert echter zo wel minder renteloos mee, wat natuurlijk een nadeel is. Ook zal de bank een achterstelling van de lening door vader eisen. Vader mag niet worden afgelost zolang de bank niet is afgelost. Zo blijft het zoeken naar een optimum.

Aandelenfusie

Een alternatief voor de uitstelregeling invorderingswet is een aandelenfusie, 3.44 wet Wet inkomstenbelasting. Vader richt een Vader Holding BV op. Dan ruilt vader zijn aandelen met –door zijn holding uit te geven- aandelen in deze holding. Na de aandelenfusie houdt Vader Holding 51% van de aandelen in Werk BV. Het verkrijgen van een meerderheid in de onderliggende Werk BV is hierbij een vereiste. Daar wordt dus zo aan voldaan. Deze structuur moet met een wachttijd van 3 jaar worden aangehouden. Daarna zijn de vervreemdingsvoordelen onbelast. Vader kan dus pas na drie jaar zijn aandelen verkopen aan zoon.

Dit is dus een uitstel van de bedrijfsoverdracht met fiscale voordelen. Nadeel is wel dat dan bij de latere aandelenoverdracht van Vader Holding aan Zoon Holding opnieuw het waarderingsvraagstuk speelt. Dan is de waarde misschien fors gestegen waardoor zoon weer meer moet betalen voor het eigen succes: de groei van de onderneming.

Ook bij deze optie richt zoon dus na 3 jaar een Zoon Holding op. Deze neemt de aandelen Werk BV over van Vader Holding. Op zijn buurt brengt zoon daarna onder toepassing van de aandelenfusie zijn 49% in. Ook dan kan de koopsom aan Vader Holding betaald worden uit de onbelaste dividend uitkeringen. Ook de rente op de verkoperslening is dan fiscaal verrekenbaar.

De aandelenoverdracht kan dan deels met gesloten beurs door schuldigerkenning (verkoperslening), deels via een bank. De bank zal dan waarschijnlijk wel een achterstelling verlangen. Dat betekent voor vader dan helaas geen aflossingen. Dat is dan onwenselijk. Zoon zal tot de uitgestelde bedrijfsoverdracht vermogen moeten opbouwen. Dit om een voldoend groot deel van de koopsom te kunnen betalen. Zodat vader voldoende financiële armslag houdt in de periode na de bedrijfsoverdracht en de algehele aflossing door Zoon Holding.

In de periode tot dat moment kan vader natuurlijk werkzaam blijven in de onderneming. Bijvoorbeeld kan vader actief betrokken blijven met advies en ondersteuning en daarvoor een vergoeding vragen. Hij blijft dan ook in de winst delen van Werk BV, dus dividenden ontvangen. Kortom, mogelijkheden genoeg voor financiële planning met een financieel gezonde oude dag.

©BBO&F

IB-ondernemer met een eigen bedrijfspand

bedrijfspandStel u heeft al geruime tijd een eenmanszaak met een eigen bedrijfspand. Het pand is grotendeels afgeschreven, maar u heeft het goed onderhouden. Er zit nog een kleine hypotheek op en u krijgt er zeker te weten nog goed geld voor terug.

Door de afschrijvingen heeft u jaren lang de winst weten te drukken, maar eens komt de fiscale claim om de hoek kijken.

Staken van uw onderneming

Stel dat u zou stoppen met het bedrijf. U trekt de deur achter u dicht, en dan? Wat zijn de fiscale gevolgen?

Het stoppen van uw bedrijf betekent afrekenen met de fiscus. Stel de boekwaarde van het bedrijfspand € 50.000 bedraagt. De werkelijke waarde (na taxatie) bedraagt € 300.000.

Het bedrijfspand bevat dus een stille reserve van € 250.000 (€ 300.000 -/- € 50.000). Na aftrek van de zogenaamde MKB-winstvrijstelling van 14%, heeft de fiscus een inkomstenbelastingclaim van ca. 45% op de stille reserves. Dat is een bedrag van ruim € 112.000.

Bedrijfspand bij staking IB onderneming

Bij het stoppen van uw bedrijf zijn er voor het bedrijfspand verschillende scenario’s denkbaar:

  • u gaat het bedrijfspand verhuren.
  • u gaat het bedrijfspand verkopen.
  • u gaat een ander bedrijf starten.

Verhuren bedrijfspand

U stopt met uw bedrijf. Als u het bedrijfspand gaat verhuren aan een ander gaat het verplicht over van het ondernemingsvermogen naar uw privé-vermogen. Dit is een zogenaamde belaste sfeerovergang van box 1 (winst uit onderneming) naar box 3 (vermogensrendementsheffing).

De fiscale afrekening over de stille reserve van € 250.000 leidt tot een acuut liquiditeitsprobleem. Het vermogen zit immers in stenen.

De belastingheffing kan mogelijk worden gefinancierd door een hypotheek op het bedrijfspand te nemen.

Dat is niet eenvoudig omdat de bank uitsluitend op basis van het onderpand kan financieren (u heeft immers geen inkomen). In hoeverre u huurinkomsten heeft, speelt dan een belangrijke rol.

Bedrijfspand verkopen

Na het stoppen van uw bedrijf, besluit u het bedrijfspand te gaan verkopen.

Ook hier zou het pand direct naar box 3 gaan zodat er een sfeerovergang plaatsvindt. Echter:

Als het bedrijfspand na staking van uw bedrijf wordt aangehouden in afwachting van een koper, blijft het bedrijfspand ondernemingsvermogen. Er vindt dus geen verplichte afrekening plaats!

Bij verkoop realiseert u vervolgens de boekwinst van € 250.000. Hierover is dan ruim € 112.000 inkomstenbelasting verschuldigd.

Herinvesteringsreserve

Verkoopt u het bedrijf met het bedrijfspand en start u toch weer (elders) een bedrijf, dan kunt u mogelijk gebruik maken van de herinvesteringsreserve (HIR).

Bij het vormen van een HIR wordt de boekwinst (zijnde € 250.000) gereserveerd en dus niet belast. Bij aankoop van een nieuw bedrijfspand mag de HIR worden afgeboekt op de koopsom. Hierdoor wordt de stille reserve doorgeschoven naar het nieuwe bedrijfspand.

Ander bedrijf starten

U staakt weliswaar u voormalige bedrijf, maar als u direct weer een ander bedrijf start dan blijft het onroerend goed ondernemingsvermogen. Er vindt geen fiscale afrekening plaats.

Alternatief voor direct afrekenen: stakingslijfrente

Als ondernemer voor de inkomstenbelasting kunt u bij het stoppen van uw bedrijf de stakingslijfrenteaftrek benutten. Zie hiertoe ook het artikel ‘ Fiscale gevolgen inkomstenbelasting bij bedrijfsoverdracht‘.

Bij een stakingslijfrente bedingt u bij een externe professionele verzekeraar een lijfrente ter grootte van de stakingswinst. U betaalt pas belasting als de lijfrenteuitkeringen plaatsvinden.  U stelt de belastingheffing dus uit.

De lijfrenteuitkeringen kunt u direct laten ingaan of uitstellen tot het moment dat u al met pensioen bent.

Ook hier vormt de financiering een probleem. U realiseert bij staking namelijk geen liquiditeiten. Financiering kan hier weer geschieden door een hypotheek op te nemen.

Omzetting naar bv-structuur

Indien u binnen afzienbare tijd de staking van uw bedrijf en verhuren bedrijfspand voorziet, overweeg dan tijdig een omzetting in een bv-structuur.

U hoeft de lijfrente dan niet bij een externe verzekeraar af te sluiten, want dat kan ook bij de eigen bv. U hoeft niet te financieren en bent daarmee niet afhankelijk van een bank.

Verkoop eenmanszaak

Als het bedrijf wordt voorgezet door een koper, is het mogelijk het onroerend goed aan de koper te gaan verhuren. Het bedrijfspand is dan geen onderdeel van de verkoop.

Het kan aantrekkelijk zijn om een hoge huurprijs af te spreken, met als tegenprestatie een lage vaststelling van eventuele goodwill. Hierdoor is er een lagere stakingswinst en een hogere ‘onbelaste’ opbrengst in box 3. Hier zit wel een risico in dat de fiscus een hogere overgangswaarde in acht kan nemen.

François van der Hoff

Dit artikel is een bijdrage van François van der Hoff. Hij ondersteunt ondernemers, accountants- en administratiekantoren in de fiscale en juridische begeleiding van bedrijfsopvolging bij het familiebedrijf. François is mede-oprichter van www.bedrijfsopvolging.nl en eigenaar van adviesbureau FISCAF belastingadvies.

Belasting bij bedrijfsopvolging? Een zorg van later!

belasting bij bedrijfsopvolgingBij bedrijfsopvolging spelen fiscale aspecten een belangrijke rol. Die kunnen zo de bedrijfsovername belemmeren. Een goede planning en tijdig overleg met de belastingdienst helpt de heffing van belasting bij bedrijfsopvolging te voorkomen of uit te stellen. Want de waarde in het economisch verkeer van een bedrijf is meestal meer dan de fiscale boekwaarde. Die meerwaarde omvat de goodwill en de stille reserves. Bij bedrijfsoverdracht wordt die meerwaarde gerealiseerd. De verkoper wil daarvoor een overdrachtsprijs ontvangen, begrijpelijk. Maar wat nu als de fiscus die winst gaat belasten? En dat is natuurlijk onwenselijk en vaak onnodig. Soms kan zo’n bedrijfsoverdracht uiterst vervelende fiscale gevolgen hebben. Zeker als er sprake is van bedrijfsonroerend goed op de balans. Daar werd vaak fiscaal vaak fors op afgeschreven. En die stille reserve kan zo aanzienlijk zijn. Afrekenen dus, en wel tegen het progressieve tarief. Maar gelukkig kent de fiscale regelgeving veel mogelijkheden om belasting uit te stellen of te voorkomen. Zo wordt belasting bij bedrijfsopvolging een zorg van later!

Deelnemingsvrijstelling

De aandelenoverdracht van de aandelen in een BV door een Holding BV is vrijwel altijd probleemloos. Wellicht staat er onroerend goed op de balans. Dan is het wel oppassen voor overdrachtsbelasting. Maar er is dan mogelijk geen heffing vennootschapsbelasting door de deelnemingsvrijstelling. Daarom is een holding met daaronder een werkmaatschappij onder voorwaarden de meest optimale juridische structuur voor belasting bij bedrijfsopvolging. Maar dat is niet altijd de situatie op het moment van de bedrijfsovername. En soms ook niet altijd om andere redenen wenselijk, zoals bijvoorbeeld in de situatie waarin het fiscaal aantrekkelijker is om de onderneming als eenmanszaak te drijven. Want door de zelfstandigenaftrek en de MKB vrijstelling wordt de bedrijfswinst tegen een lager tarief belast.

Juridische structuur

De holdingstructuur is een optimale structuur voor bedrijfsoverdracht. Alleen is dat niet altijd de situatie wanneer bedrijfsoverdracht aan de orde is. Dat is dan vaak oplosbaar! Er zijn mogelijkheden om een dergelijke situatie te realiseren door gebruik te maken van fusiefaciliteiten. Zo zijn –onder omstandigheden- de vervreemdingsvoordelen bij een aandelenfusie vrijgesteld. En evenzeer kan een onderneming worden overgedragen door gebruik te maken van een bedrijfsfusieregeling. Ook door het redigeren van ondernemingsvermogen binnen een fiscale eenheid kan de juiste juridische structuur worden gerealiseerd.

Doorschuifregeling

De fiscale regelgeving bij bedrijfsoverdracht kent vele mogelijkheden om dat fiscaal aantrekkelijk te realiseren. Bij bedrijfsoverdracht kan de fiscale claim inkomstenbelasting onder bepaalde condities worden doorgeschoven. Dit door gebruik te maken van een doorschuifregeling. Daarvoor zijn er in de Wet Inkomstenbelasting 2001 diverse fiscale mogelijkheden. Als bijvoorbeeld de eenmanszaak wordt verkocht ontstaat er een claim inkomstenbelasting als gevolg van het staken door de ondernemer. En dat staken moet breed worden opgevat. Ook bij overlijden, ontbinding van de huwelijkse gemeenschap, het toetreden van een vennoot is er sprake van staking. Dan is er sprake van een stakingswinst. En moet worden afgerekend over de goodwill, de stille reserves en de fiscale reserves. Tenzij gebruik gemaakt kan worden gemaakt van een doorschuifregeling. Concreet betekent dat de belastingheffing inkomstenbelasting bij de verkoper achterwege blijft. De belastingclaim wordt doorgeschoven naar de overnemer (of koper of voortzetter). Die zal bedrijfseconomisch daarvoor wel gecompenseerd willen worden. Want hij betaalt nu de koopsom. Plus later de belastingheffing. Hij zal daardoor wel een lagere koopprijs willen betalen. Dat is dan ook redelijk. De verkoopopbrengst is dan wel iets lager voor verkoper. Want deze moet worden gecorrigeerd voor de latente belasting claim. Maar het grootste voordeel is dan wel dat de verkoper niet meer hoeft af te rekenen met de belastingdienst.

Aanmerkelijk belang

Zo’n doorschuifregeling kan ook worden toegepast voor een aanmerkelijk belang. Dus wanneer direct gehouden aandelen (en dus niet via een holding) worden overgedragen. Want dan dreigt een heffing inkomstenbelasting door de overdracht van aandelen in een BV. Ook dan kan de heffing box 2, voordelen uit de vervreemding van een aanmerkelijkheidsbelang, worden doorgeschoven naar de koper.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Daarnaast beidt de bedrijfsopvolgingsregeling goede mogelijkheden om de onderneming over te dragen door deze te schenken. De schenking van de going-concernwaarde is vrijgesteld tot €1.055.022 (2015). En het meerdere daarboven is vrijgesteld voor 83%. De bedrijfsopvolgingsregeling is niet exclusief voor schenking binnen de familie aan een volgende generatie. Maar wordt vrijwel uitsluitend bij bedrijfsoverdracht van familiebedrijven toegepast. Dit vraagt ook vaak aanvullende afspraken omdat de schenker zijn erfgenamen vaak gelijk wil behandelen. Deze bedrijfsopvolgingsregeling is ook van toepassing bij het erven van ondernemingsvermogen. Zo kan erfbelasting of schenkbelasting worden voorkomen.

Herinvesteringsreserve

Soms kan er sprake zijn van een tijdelijke staking van een bedrijf. Bijvoorbeeld, de eenmanszaak wordt verkocht. Maar binnen afzienbare tijd wordt op een andere locatie een nieuwe onderneming gestart. Ook dan dreigt belasting bij bedrijfsopvolging. Maar kan een herinvesteringsreserve worden gevormd waardoor acute belastingheffing wordt voorkomen.

Uitstelregeling

De Invorderingswet kent diverse mogelijkheden voor een rentedragend of renteloos uitstel van belastingbetaling. Bijvoorbeeld renteloos uitstel is mogelijk bij de overdracht tegen schuldigerkenning door de koper. Maar ook in de situatie van het overlijden van een ondernemer. Rentedragend uitstel voor erfbelasting en schenkbelasting kan worden verleend bij het erven en schenken van ondernemingsvermogen.

Belasting bij bedrijfsopvolging? Een zorg van later!

Kortom, er zijn voldoende mogelijkheden om belastingheffing te voorkomen en uit te stellen. Daaraan zijn wel diverse condities verbonden, zoals bezit vereisten, voortzetting vereisten, dienstverband vereisten, etc. Door tijdig maatregelen te nemen kan in voldoende mate worden voldaan aan de juiste condities. Zo wordt belasting bij bedrijfsopvolging daadwerkelijk een zorg van later!

©BBO&F

Aandelenfusie

Een aandelenfusie komt van pas wanneer een aandeelhouder zijn aandelen in een BV in privé houdt. Zo’n juridische structuur is fiscaal ongewenst. Want verkoopt deze aandeelhouder zijn aandelen, dan moet hij onmiddellijk belasting betalen. Namelijk  inkomstenbelasting box 2 over de vervreemdingsvoordelen: de verkoopwinst van zijn aandelen. Een aandelenfusie kan dat voorkomen. Door een aandelenfusie wordt zo een acute belastingclaim omgezet in een latente belastingclaim: belastingheffing wordt uitgesteld.

Holding werkmaatschappij

De meest optimale juridische structuur voor bedrijfsoverdracht is een holding BV met werkmaatschappij (werk BV). Als de holding BV dan de aandelen van de Werk BV verkoopt, zijn de vervreemdingsvoordelen onbelast. Dan geldt de zogenaamde Deelnemingsvrijstelling Vennootschapsbelasting.

Aandelenfusie

Hoe werkt nu zo’n aandelenfusie? Die aandelenfusie is geregeld in de Wet Inkomstenbelasting, artikel 3.55. Bij een aandelenfusie draagt de aanmerkelijk belang (AB) houder zijn (in privé gehouden) aandelen over aan een in Nederland gevestigde vennootschap. Dit met als tegenprestatie de uitreiking van eigen aandelen. We spreken dan van een aandelenruil. Praktisch gezien werkt dat als volgt:

  • Stap 1. De AB houder richt een holding BV op;
  • Stap 2. De AB houder ruilt zijn aandelen in de Werk BV met de -zojuist opgerichte- Holding BV

Voorwaarden aandelenfusie

Er zijn een aantal voorwaarden om zo’n aandelenfusie te doen slagen.

  • Door deze uitreiking van aandelen (of winstbewijzen) moet de holding een meerderheid van de stemrechten in de overgenomen werk BV verkrijgen.
  • Indien er reeds sprake was van een belang van meer dan 50%, moet dit belang worden uitgebreid.
  • De aandelen worden overgenomen tegen uitreiking van aandelen in de holding aan de overdragende AB houder.

Een veel gemaakte denkfout hierbij is dat de holding een werkmaatschappij opricht die de onderneming (het bedrijf) overneemt. Een dergelijke herstructurering is echter een bedrijfsfusie: de verkoop van het bedrijf door de werkmaatschappij. Deze is fiscaal acuut belast voor wat betreft de fiscale reserves en de goodwill.

Bijbetaling aandelenruil

Er mag sprake zijn van een bijbetaling tot maximaal 10% van de nominale waarde van de (uit te reiken) aandelen. Dit maakt het mogelijk om eventuele afrondingsverschillen te vereffenen. Deze kan ontstaan door verschillen tussen de marktwaarde en de nominale waarde van over te nemen en uit te reiken aandelen. Een grens van 10% wordt gesteld: dit vormt namelijk een onbelaste uitkering van vervreemdingswinst aan de AB houder.

Wachttijd aandelenoverdracht

De aandelenfusie mag niet in overwegende mate gericht zijn op het ontlopen of uitstellen van een belastingheffing. Praktisch gezien betekent dat de Holding BV de aandelen in de Werk BV  niet binnen een zekere periode, lees: drie jaar, mag verkopen. Want dan neemt de belastingdienst aan dat de aandelenfusie uitsluitend bedoeld was om acute belastingheffing te ontlopen. Die vlieger gaat dan dus niet op!

Herstructurering aandelenbelang

Duidelijk is dat de laatste bepaling een bron van discussie oplevert. Er moeten zakelijke belangen spelen: herstructurering of rationalisering van activiteiten van de bij de fusie betrokken rechtspersonen. Of moet duidelijk zijn dat de aandelenfusie niet primair gericht is op het ontlopen of uitstellen van belasting. De wetgever wil natuurlijk misbruik van de regeling tegengaan. Maar de misbruikbepalingen zijn niet altijd op alle punten duidelijk. Het ontlopen van een acute heffing IB box 2 door de –kort voorafgaande aan een de verkoop- toepassing van een aandelenfusie zal zeker ook fiscaal kwetsbaar zijn.

Holdingstructuur

De aandelenfusiefaciliteit is in het algemeen een faciliteit die ingezet kan worden om te komen tot een holdingstructuur. Natuurlijk dreigt hier steeds het vermoeden van het ontlopen of uitstellen van belastingheffing. Wanneer een ondernemer zijn –in privé gehouden- aandelen, kort voor de overdracht aan een overnemer, onder toepassing van de aandelenfusiefaciliteit overdraagt aan een holding, zal dit kwetsbaar blijken. De aandelenfusie wordt dan toegepast om belastingheffing uit te stellen. Formeel zijn er geen termijnen gesteld waarbinnen een daaropvolgende overdracht door de holding mag plaatsvinden. Praktisch gezien lijkt een termijn van drie jaar voldoende lang om het vermoeden van belastingontwijking te voorkomen.

©BBO&F

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De BOF (bedrijfsopvolgingsfaciliteit) is opgenomen in de Successiewet. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is bij uitstek geschikt voor het schenken of erven van een bedrijf bij bedrijfsoverdracht. Zo kan een volgende generatie van een familiebedrijf (zoon of dochter) de onderneming bij de bedrijfsopvolging zonder (al te veel) belastingheffing overnemen. Want bij schenken of erven komt schenkbelasting of erfbelasting kijken.

De bedrijfsopvolgingsfaciliteit voorziet in een mogelijkheid om belasting bij bedrijfsoverdracht te voorkomen bij het schenken of erven van ondernemingsvermogen. De vrijstelling is 100% over de eerste €1.045.611 (2014). En 83% over het meerdere. En als dat in combinatie met overige vrijstelling wordt toegepast, kan een forse belastingbesparing worden gerealiseerd.

De belastingdienst kijkt daarbij de zogenaamde goingconcernwaarde. Dat is de waarde van de onderneming bij oneindige voortzetting. Hierbij zou je kunnen denken aan 4 tot 8 maal de netto winst. Als de liquiditeitswaarde hoger is dan de goingconcernwaarde, dan is het meerdere (boven de goingconcernwaarde) volledig vrijgesteld van schenkbelasting of erfbelasting.

Er geldt voor de bedrijfsoverdracht wel een bezitsvereiste: de schenker moet de onderneming reeds tenminste 5 jaar hebben gedreven. Bij erven is die termijn 1 jaar. Ook is er een voortzettingsvereiste: de overnemer moet tenminste de onderneming voor een periode van 5 jaar voortzetten.

Ook houders van een aanmerkelijk belang (DGA in een BV) kunnen gebruik maken van de regeling in de Successiewet.

©BBO&F

Bedrijfsfusie

bedrijfsfusieEen bedrijfsfusie is een van de vele mogelijkheden om een holding werkmaatschappij te creëren. Zo kan belasting bij bedrijfsoverdracht worden uitgesteld. Bij een bedrijfsfusie wordt een onderneming of een deel daarvan overgedragen. Dit door middel van een activa passiva transactie. Dat is dus iets anders dan een aandelenfusie waarbij aandelen worden overgedragen.

Wanneer bedrijfsfusie

Stel: u heeft een BV waarin bedrijfsactiviteiten zijn ondergebracht. Maar daarnaast ook nog andere bezittingen, onroerend goed of andere bedrijfsactiviteiten. U wilt een deel van de bedrijfsactiviteiten op termijn verkopen en deze juridisch herstructureren in een aparte vennootschap. Om later een bedrijfsoverdracht middels een aandelenoverdracht mogelijk te maken. Dan komt de bedrijfsfusiefaciliteit u goed van pas.

Een bedrijfsfusie kan ook helpen om een de onderneming over te dragen tegen uitgifte van cumpref (cumulatief preferente) aandelen.

Hoe werkt de bedrijfsfusie?

De bedrijfsfusiefaciliteit is opgenomen in de Wet Vennootschapsbelasting, artikel 14. Bij de bedrijfsfusie wordt door een verkoper een gehele of een zelfstandig gedeelte van een onderneming overgedragen. Het gaat hier dus om -een deel van- de activa en passiva. De koper is een belastingplichtige rechtspersoon, bijvoorbeeld een BV. Deze rechtspersoon is dus belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Of deze wordt door de bedrijfsfusie belastingplichtig. Als tegenprestatie wordt door overnemer, de BV die het bedrijf overneemt, aandelen uitgereikt aan de overdrager.

Voordeel bedrijfsfusie

Zonder toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit zou de overdrager een heffing vennootschapsbelasting Vpb krijgen. Dit voor de stille reserves en de goodwill. Dat zou betekenen dat uw BV  te maken krijgt met een zogenaamde acute belastingclaim vennootschapsbelasting. Vervelend!

Door toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit schuift uw BV de onderneming  (het bedrijf) geruisloos door naar een overnemende BV. De stille reserves en goodwill worden dan pas op een later moment gerealiseerd.

Voorwaarden bedrijfsfusie

De bedrijfsfusiefaciliteit mag niet in overwegende mate gericht zijn op het ontlopen of uitstellen van belastingheffing. Er moeten dus zakelijke overwegingen gelden: herstructurering of rationalisering van activiteiten van de overdragende BV of de overnemende BV.

Zakelijke overwegingen worden geacht niet aanwezig te zijn wanneer de aandelen in de overnemende BV binnen een termijn van drie jaar worden vervreemd. En onder aandelen vallen onder meer ook te verstaan: winstbewijzen en bewijzen van deelgerechtigheid.

©BBO&F